Texels Blog

    In gesprek met boswachter, tuunwallenbouwer en coördinator

    Texels Tuunwal Tripel

    “Mooi dat de tuunwal op deze manier wordt geëerd.” De tuunwal is hét icoon van het Texelse cultuurlandschap. Met Texels Tuunwal Tripel eren de brouwers deze bijzondere erfafscheidingen. Volop aanwezig op de Hoge Berg, de achtertuin van de Texelse Bierbrouwerij. We gaan op stap met drie kenners van tuunwallen.

    “Kijk, daar word ik blij van!”, wijst boswachter Glenn van Ginkel van Staatsbosbeheer (SBB) op een muizenoortje op de tuunwal. Van rijk bemeste akkers of in weilanden houdt dit geelbloeiende plantje niet, maar hier in de droge en schrale bodem van deze tuunwal, voelt het zich thuis. Net als het grasklokje, zandblauwtje, Engels gras, geel walstroo en andere plantjes die kenmerkend zijn voor deze omgeving.

    De bijzondere vegetatie is een rijke voedselbron voor allerlei insecten, op tuunwallen zie je soorten die je op andere plekken amper tegenkomt. Denk aan graafwesp, mierenleeuw, klokjesdikpootbij en de Texelse zandbij. Glenn wijst op de holletjes in de tuunwal, waar insecten hun gangen hebben gegraven. “Ze houden van dit soort plekjes.”

    “Tuunwallen zijn ecologisch gezien bijzonder waardevol”, vertelt Glenn. En ook vanuit hun cultuurhistorie. Ze zijn kenmerkend voor het oude Texelse land, zoals hier op de Hoge Berg. De boswachter vertelt hoe herders lang geleden hun schapen op de ‘overal-weide’ lieten grazen. Tot dit systeem werd afgeschaft en boeren eigen stukjes land kregen, die ze moesten afscheiden. Glenn: “Sloten waren er niet, geen stenen om muurtjes te maken en, doordat er toen geen bos was, geen hout om rasters te zetten.”

    De boeren losten dit op door het bouwen van een afscheiding van gestapelde plaggen. Uit archeologische opgravingen blijkt dat die al in de 14e eeuw in gebruik waren.

    Tuunwallen worden van oudsher gemaakt van gestapelde graszoden. Dat werk gebeurt door tuunwallenbouwer Niek Otten. Hij heeft daarvoor samen met zijn broer Giel en hun vader Chris een gespecialiseerd bedrijf, waarbij ze worden geholpen door medewerker Jordy Vermeulen. Niek: “Op de Hoge Berg doen we dat met ruitzoden, zoals boerenknechten dat vroeger ook deden. Aan de zijkant twee zonden op hun kant, het midden vullen we op met grond, met bovenop een kapje van graszoden. De tuunwal heeft vaste maten. Op de grond een meter breed, de tweede laag zoden 75 centimeter en bovenop ongeveer 50 cm.”

    Het bouwen gebeurt niet meer handmatig, zoals voorheen. Om het werk te verlichten en sneller te laten verlopen heeft de familie Otten zelf machines ontwikkeld. Niek: “Een zooiensnijder, een klem op de graafmachine om het pakket zoden op te pakken en te plaatsen, een machine om de bovenste zoden aan te drukken en eentje waarmee we gaas tegen de tuunwal zetten. Daarbij werken we volgens de traditionele manier.

    Tuunwallen bouwen is mooi werk. Lekker buiten bezig, ze staan mooi in het landschap, mensen beleven er veel plezier aan en ze leveren mooie natuur op.”

    Voor het bouwen en in stand houden van tuunwallen komen best hoge kosten kijken. Agrarische natuur- en landschapsvereniging De Lieuw Texel helpt boeren en terreinbeheerders zoals Natuurmonumenten (NM) daarbij. Vincent Lap van De Lieuw: “Voor het beheer bestaat een vergoeding per strekkende meter en er zijn bijdragen voor herstel en het bouwen van nieuwe tuunwallen. De provincie Noord-Holland heeft een subsidieregeling, waarvoor wij de subsidieaanvraag doen. Wij regelen de vergoeding voor boeren en beheerders.”

    Het vergt ook een goede samenwerking. Vincent: “Een tuunwal is vaak ook een erfafscheiding. tussen de ene en de andere boer en ook tussen verschillende terreinbeheerders. De ene helft kan op terrein van SBB staan en de andere van NM.”

    Een belangrijke partij zijn de boeren, die de grond pachten van SBB of NM. Glenn: “Daar hebben we een goede samenwerking mee. Daar waar het mogelijk is laten wij het beheer van de tuunwallen zoveel mogelijk over aan onze pachters.”

    Zo komen Niek, Glenn en Vincent elkaar, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, geregeld tegen in het veld en zetten zich in voor het behoud van deze markante en waardevolle Texelse landschapselementen.

    Een tuunwal heeft niet het eeuwige leven, als ze na verloop van tijd inzakken moeten ze worden hersteld of vernieuwd. Glenn: “De specifieke begroeiing van de tuunwal is het resultaat van goed beheer. De zoden zijn afkomstig uit het aangrenzende weiland, dat wordt bemest. Het duurt best lang voordat nieuwe zoden voldoende zijn verschraald.”

    Daarbij helpen de bouwers de natuur een handje. Niek: “Als we een tuunwal vernieuwen, dan gebruiken voor de binnenkant grond van de oude tuunwal. Het kapje aan de bovenkant van de oude tuunwal, waarin veel planten groeien en insecten leven, leggen we apart en plaatsen we weer bovenop de nieuwe tuunwal. Zo houden we de natuur in stand.”

    Al die gezamenlijke inspanningen zorgen voor een prachtig Texelse cultuurlandschap, met tuunwallen zover als je kunt kijken. In het vroege voorjaar bieden lammetjes beschutting, in de lente zijn ze rijk aan bloemen, in de zomer gonst het van de insecten en in herfst en winter zijn ze prachtig getint.

    Texels Tuunwal Tripel De Texelse Bierbrouwerij, die in de achtertuin ook zelf een tuunwal laat bouwen, heeft er een speciaalbier naar vernoemd: Texels Tuunwal Tripel. Glenn: “Het is mooi dat de tuunwal op deze manier wordt geëerd.” Texels Tuunwal Tripel is een krachtig blond en ongefilterd speciaalbier. Uniek, net zoals de tuunwallen. Het bier is gebrouwen in de traditie van de abdijbieren en herkenbaar aan zijn kleine zoetje en eigenzinnige Texelse hopbitterheid in de afdronk. Een aanrader voor de echte liefhebber (alcohol 8,5%).