Jan Brandenburg, Paul van der Lee en Paul Smidt. Drie Texelaars die veel weten over Texels Speciaalbier. Bij de Texelse Bierbrouwerij hebben ze er een speciale naam voor: Bierelaar. Tijdens rondleidingen vertellen ze je alles over de brouwerij, het brouwproces en Texels bier.

Bierelaars zijn mannen met statuur. Alleen al door hun kennis, ervaring en het enthousiasme waarmee ze Texels bier uitdragen. Vergeet hun leeftijd niet. Paul van der Lee is 75. Net als zijn twee collega’s zou hij al lang met pensioen kunnen zijn. Maar hij heeft er nog zo veel plezier in, dat hij tot ver na zijn pensionering als medewerker in de gezondheidszorg nog mensen rondleidt door de brouwerij.

“Toen ik was gestopt bij de GGZ wilde ik niet ‘achter de geraniums’ gaan zitten. Ik las een advertentie van de Texelse Bierbrouwerij: ‘Gezocht, medewerker voor het Proeflokaal met interesse in bier’. Nou, dat had ik wel. Ik belde op en kon diezelfde middag beginnen.”

Zo kwam het in 2009 tot een opmerkelijke carrièreswitch, waarvan hij tot de dag van vandaag geen spijt heeft. Er valt dan ook veel te vertellen over de Texelse Bierbrouwerij, die in vijftien jaar tijd een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt.

Paul Smidt, inmiddels tien jaar Bierelaar, kan erover meepraten. Ook de loopbaan van deze Texelaar, die voorheen de ambulancedienst runde, nam een drastische wending. “Ik stond op de boot eens met de ambulance naast Maurice Diks, toen directeur van de Texelse Bierbrouwerij. Hij vroeg wat ik na mij pensionering ging doen. Ik had er nooit over nagedacht. Hij bood me een baan aan. Mensen ontvangen, rondleiden door de brouwerij en vertellen over Texels bier. Ik ben me erin gaan verdiepen en ontdekte dat het speciaalbier dat ze hier schenken heel wat anders is dan het pils dat ik vroeger dronk.”

“Bij zo’n rondleiding verwachten mensen dat ik als gids alles weet. Ik zeg wel: ‘Jullie mogen me van alles vragen, maar het antwoord kan ik je niet garanderen.’” Wat niet wegneemt dat hij er een aardige boom over kan opzetten.

Jan Brandenburg leidt sinds twee jaar mensen rond in de brouwerij. Maar zijn interesse in speciaalbier dateert van veel langer geleden. “Ik ben sinds jaar en dag lid van het Texels Biergenootschap. Dit jaar hebben we onze 200e bierproeverij.” Toen hij was gestopt met werken, vroeg Arjan Witte, ook lid van het Biergenootschap en werkzaam bij de Texelse, of hij gids wilde worden. Jan: “Thuis heb ik ook bier gebrouwen. Dus uitleggen hoe het bierproces werkt is voor mij geen probleem.”

Paul Smidt: “Er valt veel te vertellen. We hebben veertien verschillende soorten bier in het assortiment. En elke maand ontwikkelen we een nieuw bier: Texels Geheim.

Paul van der Lee: “De brouwerij is in de loop der jaren enorm gegroeid. Maar ik strooi tijdens de rondleiding niet teveel met cijfertjes. Wij doen meer aan ‘infotainment’. Over hoe bier wordt gemaakt, welke ingrediënten we gebruiken en hier en daar een kwinkslag.” Jan Brandenburg: “En we leggen uit hoe je bier proeft. Want niet iedereen proeft hetzelfde.”

Paul van der Lee: “Bier proeven doe je met al je zintuigen. Je kijkt naar het glas, de kleur van het bier en het schuim. Ruiken is ook belangrijk. Zeventig procent van het proeven doe je met je neus. ‘Kun je omschrijven wat je ruikt?’ vraag ik dan.”

Paul Smidt: “Na het ruiken een slok en dan met de neus inademen. Dan de tweede slok en dan kun je een waardeoordeel geven. ‘Lekker?’ Op die manier kun je op een leuke manier ervaringen met elkaar uitwisselen.”

Hoe je het ook wendt of keert, smaken verschillen. Paul Smidt: “Bier drinken is iets heel persoonlijks. Wat ík lekker vind, kun jij wel niets vinden. Ik vind bijvoorbeeld de Tuunwal Tripel erg lekker. Die won bij een proeverij in Engeland dan ook Dubbel Goud.”

Jan Brandenburg: “Als het koud weer is hou ik het bij Texels Bock, als het warmer wordt stap ik over op Springtij.”

Paul van der Lee: “Mijn voorkeur verschilt per seizoen. Als het guur is drink ik graag een Texels Jutters Bock.” Na vijftien mooie jaren heeft deze Bierelaar dan toch besloten echt met pensioen te gaan. “Tijd voor andere dingen.”